Henk, onze voorzitter
Henk Wolleswinkel: Alleen zwarte toetsen
Een scherp muzikaal geheugen was essentieel voor zijn loopbaan als entertainer. Die eigenschap hield hem tegelijk af van noten leren lezen. Sinds hij piano begon te spelen, bedient hij louter de zwarte toetsen. Zijn finest hour beleefde ex-AAC-voorzitter Henk Wolleswinkel in Las Vegas, achter een ooit door Liberace bespeelde vleugel. “Muziek is mijn first love.”
De muziekwijk in Aalsmeer. Een toepasselijker buurt is voor hem nauwelijks denkbaar, al is klassieke muziek – hij woont aan de Mozartlaan – niet zijn favoriete genre als uitvoerend artiest. Daarvoor zou hij toch partituren moeten kunnen lezen en die kunst maakte hij zich niet eigen. De beroemde organist Piet van Egmond, die zijn evidente talent ontdekte en hem enige tijd gratis les gaf, betrapte hem ooit daarop, waarschijnlijk tot diens verbazing. “Wij deden met een groep kinderen een musical onder zijn leiding. Op een dag zei hij: Henk, jij hebt talent, ik ga jou gratis pianoles geven. Bij hem thuis aan de Koninginneweg in Amsterdam speelden we quatre main. Hij speelde een stuk voor, van partituur, en dan sloeg ik het op in mijn hoofd. Op een dag ontdekte hij dat ik hem naspeelde. Want als hij zei dat een stuk goed ging, sloeg hij een bladzijde op en zei: ‘dan kun je dit ook wel’. Dan had ik een probleem, als ik het nog niet had gehoord,” vertelt Henk Wolleswinkel (66), toetsenist, vocalist, entertainer en AAC-voorzitter.
Tegen zijn ouders was al eerder gezegd dat hij pianoles moest krijgen. Maar die hadden er het geld niet voor. Hij belandde wel op de Volksmuziekschool, maar niet lang. “Ik moest op een blokfluitje spelen. Dat vond ik niks. En in noten leren lezen had ik helemaal geen zin.”
Elke toonaard
Het begon toen jij een jaar of acht was. Geboren in de hoofdstedelijke Leidsepleinbuurt, bezocht hij een lagere school aan het Frederik Hendrikplantsoen. In de lunchpauze moest hij betekende overblijven in een nabij gelegen pand, waar een piano stond. Daarop leerde hij zichzelf al snel liedjes spelen. Iemand bracht hem de kunst bij van alleen zwarte toetsen gebruiken. Het zou de rest van zijn leven zo blijven. “Ik doe dat nog steeds. Gevoelsmatig pak je volgens mij de juiste toetsen, het zijn er minder dan witte en ze liggen hoger. Ik speel dus alles in cies, zes kruizen.”
Voor samenspel met anderen kwam de techniek hem later te hulp. Op moderne elektronische klavieren kan de toonaard gemakkelijk worden aangepast. “Het zal mij dus een zorg zijn in welke toonaard men wil spelen of zingen. Alles kan.” Vroeger was het lastiger. Ooit werkte hij in een trio, waarvan de saxofonist een mechanische kunstgreep toepaste om zijn instrument qua zetting met dat van Henk – die inmiddels ook een elektronisch orgel bespeelde - te laten corresponderen.
Debuut
Op zijn achttiende debuteerde hij - á raison van 20 gulden - voor publiek. Henk, toen huisschilder van professie en werkzaam in de bouw, had een collega die bestuurslid was van de geregeld feestavonden organiserende speeltuinvereniging Westerkwartier. Zodoende. Hij beschikte inmiddels over een Solina orgel, dat men vereende krachten in en uit een auto moest worden gesleept. Henk: “Je had geen versterker en geen ritme. Piano heeft trouwens mijn voorkeur. Dat is mijn grote liefde. Ik heb ook altijd een piano onder mijn keyboard. Prima voor achtergrondmuziek.”
Hij kreeg meer bekendheid in het partycircuit. Ging samen spelen met anderen. In de jaren zeventig kwam hij in contact met de Aalsmeerse impresario Frans de Jong, die voor tal van partycentra muzikanten boekte en Henk aan bruiloften en partijen hielp. In Noordwijk begon zijn loopbaan als zanger.
Henk: “Ik kreeg daar een aanbieding van een hotel, waar veel Duitsers kwamen. Ze wilden mij elke woensdagavond hebben, op jaarcontract. Maar dan moest ik er wel bij zingen. Dat ging in het begin wel wat moeizaam, maar steeds beter. Je moet leren jezelf te begeleiden. Ik zong Nederlandse en Duitse liedjes, maar ook wel Engelse.”
Samen met drummer George Recourt en bassist Richard van Straaten vormde hij later het trio Inter Music Combo, waarmee hij alles bij elkaar zo’n twaalf jaar optrad. De naam hanteert hij nog steeds voor zijn huidige trio met Ger Overmars (drums en zang) en Peter Broertjes (o.a. bas, banjo, gitaar en trompet en zang).
Spaans
In het begin van de jaren trad hij elke zondag en maandag op in de Rembrandtbar aan het Rembrandtplein. Henk, inmiddels overdag werkzaam bij de technische dienst van de VU, nam dan dinsdag vrij. Vertelt: “Na een paar maanden kon ik bij Hof van Holland komen, een begrip in Nederland, voor zes avonden per week. Omdat Peter Batenburg daar vertrok. Ik ben toen gestopt met schilderen. Helaas viel ons trio daardoor uiteen. Jammer, vooral omdat Peter Batenburg na een jaar terug wilde naar Hof van Holland. Ik ben toen teruggekeerd naar de Rembrandtbar en ook weer met die jongens gaan spelen. Totdat die wegens hun andere werk, de een als tandtechnicus bij de VU en de ander als politie inspecteur, er niet voldoende tijd meer voor hadden.”
Hij zingt graag in andere talen, vooral in Spaans en Italiaans. “Je moet heel goed luisteren voor de uitspraak. Ik denk dat ik voor Spaans wel gevoel heb. Ik zing ook wel Grieks, in Griekse restaurants. Dat wordt fonetisch voor mij opgeschreven en in luister eindeloos naar opnamen, want ik wil niet afgaan. Je merkt dat mensen het leuk vinden als je, als Nederlander, moeite doet om in hun taal te zingen. Als ik bijvoorbeeld een paar Indische mensen zie, maak ik ook wat Indische muziek. ”
Niet voor jezelf
Daarmee profileert hij zich als entertainer. Zonder collega’s te willen bekritiseren, constateert hij dat sommigen van hen matig anticiperen op hun publiek. “Ik kom er soms tegen, van wie de muziek best leuk klinkt, maar die voor zichzelf spelen. En je bent er voor je publiek. Soms klaagt het dat het te hard is. Dan moet je dat aanpassen in plaats van te zeggen: dan kan ik wel helemaal ophouden. Misschien willen die mensen bij een gezellig achtergrondmuziekje met elkaar kunnen praten. Kijk naar de mensen en reageer op ze, is mijn devies.”
Unieke belevenis
Sinds 1989 is hij lid van de Prominenten Soos, tegenwoordig AAC, hoewel formeel de oude naam van de koninklijk goedgekeurde vereniging bleef bestaan. “We kwamen destijds bijeen in Eick en Linde aan de Plantage Middenlaan op donderdagmiddag. Op een gegeven moment vroeg de voorzitter mij in het bestuur te komen.” Van1995 t/m 2014 was hij zelf voorzitter en probeerde hij wat jongere collega’s binnen te halen. “We hebben toen een avondclub opgericht. Dat werd de AAC, die eerst in Frankendael bijeen kwam.”
Hoewel het sjouwen met de apparatuur wel eens wat vermoeiend wordt, ziet hij nog steeds weinig in werken met orkestbanden. “Je kunt niet improviseren en moeilijk inspelen op de zaal. Als ik tachtig ben, speel ik waarschijnlijk niet meer. Maar ik doe het nog altijd met veel plezier. Muziek is mijn first love.”
Als een hoogtepunt beschouwt hij nog altijd zijn optreden in het Liberace Museum in Las Vegas. “Ik ben een grote fan van hem. Heb hem helaas nooit live meegemaakt, maar raakte in gesprek met een suppoost. Onder meer over dat Liberace ook heel lang geen noot kon lezen. Die man vroeg op een gegeven moment of ik ook speelde en of ik het leuk zou vinden even achter zo’n vleugel te zitten van naar ik meen 275 duizend dollar. Dat werd de dag van mijn leven. Ik had knikkende knieën. Ik speelde ‘Send in the clowns’ en ‘Memories’ uit The Cats. Al die mensen in dat museum zag ik niet eens meer, maar toen ik klaar was brak er een enorm applaus achter mijn rug los. Een unieke belevenis.”
Nikki van der Meer 26.08.2022 10:24
wat indrukwekkend ... Je bent geweldig
Helen 08.04.2022 08:11
Dag Henk,
betreft een boeking 27 april, ik heb een optie bij een artiest die misschien niet beschikbaar is. Ben je al voorzien op konings dag?
Laat mij weten
Nieuwe reacties
26.08 | 10:24
wat indrukwekkend ... Je bent geweldig
08.04 | 08:11
Dag Henk, betreft een boeking 27 april, ik heb een optie bij een arti...
26.01 | 10:57
Lijkt mij leuk er komen veel bekenden van mij Mike Stars, Dominicu...
04.12 | 12:56
Een geweldige club met veel artiesten En ja ze kunnen allemaal zingen